Het wereldkapitalisme in crisis - Deel 1 Dutch Share Tweet Dutch translation of World capitalism in crisis – Part One (September 26, 2008) Globale crisis We leven in uitzonderlijke tijden. De financiële paniek in de Verenigde Staten creëert schokgolven die de hele wereld in hun greep zullen houden. Het bewustzijn van miljoenen mensen verandert snel. Gisteren [donderdag 25 september, nvdr.] mobiliseerde een betoging georganiseerd door de New York Central Labor Council een duizendtal arbeiders, waaronder een groot aantal constructiearbeiders - metaalarbeiders, handarbeiders, loodgieters en vaklui - alsook leraars, stadspersoneel en anderen. De betoging was in minder dan twee dagen georganiseerd en was bedoeld om te protesteren tegen het plan van de president om Wall Street overeind te houden met een reusachtige donatie van 700 miljard dollar in publiek geld. Dit is het Reuters-verslag van de betoging: "Veiligheidshelmen, douanepersoneel, machinisten, leraars en andere vakbondsleden protesteerden donderdag tegen de door de Amerikaanse regering voorgestelde reddingsoperatie van Wall Street in een betoging vlak naast de beurs van New York. Verschillende honderden betogers betuigden hun enthousiaste steun toen vakbondsleiders het plan van 700 miljard dollar afkraakten dat bedoeld was om de kredietmarkten nieuw leven in te blazen door de financiële instellingen te ontlasten van hun schulden. "‘De Bush-administratie wil dat we de prijs betalen voor een reddingsoperatie van Wall Street die de onderliggende oorzaken van onze crisis helemaal niet aanpakt', zei AFL-CIO-voorzitter John Sweeney. ‘We willen dat onze belastingsdollars gebruikt worden als steun voor de miljoenen werkende mensen die in Main Street wonen en niet als gift voor een bevoorrecht deel vetbetaalde kaderleden.'" "Op plakkaten valt te lezen: ‘Geen blanco cheques voor Wall Street' en ‘Onze zuur verdiende pensioenen liggen niet voor het grijpen.' Betogers eisten herhaaldelijk van de regering om geld te spenderen aan onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting op dezelfde eenvoudige en snelle manier als dat mogelijk was voor Wall Street. ‘We weten dat de economische situatie opgelost moet worden. Maar we willen een verantwoord reddingsplan, geen opportunistische financiële injectie,' zei de voorzitter van de United Federation of Teachers, Randi Weingarten. ‘En dat betekent, zoals elke baas me vertelt, dat als er verantwoording moet komen voor leraars, dan moet er ook verantwoording zijn voor Wall Street,'" zei hij. De stemming van de betogers was er een van boosheid. Een slogan die veel positieve reacties uitlokte was die voor een algemene staking indien het reddingsplan enkel de rijken bevoordeelt. Dit is het begin van een massale verandering in het bewustzijn van de arbeidersklasse, en niet alleen in de Verenigde Staten. "Een gebeurtenis die maar eens in de honderd jaar voorkomt"Wat de laatste maanden gebeurd is op de financiële markten, is uniek in de recente geschiedenis. Dezelfde burgerlijke economen die voorheen de mogelijkheid van een economische inzinking ontkenden, spreken nu over de meest ernstige crisis in zestig jaar. Alan Greenspan, voormalig voorzitter van de US Federal Reserve, beschreef de huidige financiële crisis als "waarschijnlijk een gebeurtenis die maar eens in de honderd jaar voorkomt". In werkelijkheid bedoelen ze 79 jaar, aangezien er helemaal geen crisis was in 1948. Maar economen zijn bijgelovige wezens en zijn bang om 1929 te vermelden, net zoals de oude Israëlieten bang waren om de naam van hun god te vermelden voor het geval iets onaangenaams zou voorvallen. Ze zijn allen bezorgd over vertrouwen in de markten omdat ze allen fervent geloven dat het vertrouwen (of het gebrek daaraan) is dat de werkelijke oorzaak is van economische opgang en neergang. In werkelijkheid zijn periodes van economische opgang en neergang echter geworteld in objectieve omstandigheden. De groei en afname van het vertrouwen weerspiegelt reële omstandigheden, hoewel deze zelf deel kunnen gaan uitmaken van deze omstandigheden en de markt naar omhoog kunnen helpen - of, zoals in dit geval, naar beneden. In de laatste paar maanden zijn AIG, Bear Stearns, Fannie Mae, Freddie Mac, Lehman Brothers en Merrill Lynch, bedrijven waarvan gedacht werd dat ze te groot waren om ten onder te gaan, allemaal ofwel failliet gegaan, ofwel ‘gered' door de regering, ofwel genationaliseerd. Naarmate de ernst van de economische crisis voor mensen duidelijk begint te worden, groeit er een stemming in de maatschappij die we al vele jaren niet meer gezien hebben. Vanmorgen (26 september) was er het nieuws dat een andere Amerikaanse bank, Washington Mutual, ten onder is gegaan en gesloten werd door de regering. Dit was veruit het grootste failliet van een Amerikaanse bank en haar activa werden verkocht aan J. P. Morgan Chase voor 1,9 miljard dollar (1 miljard pond). Dit is het financiële equivalent van een verwoestende tsunami, en het is nog niet voorbij. De schattingen van de economen worden voortdurend naar beneden bijgesteld. Zes maanden geleden berekende het IMF meer dan 1000 miljard dollar (691 miljard euro, 546 miljard pond) aan verliezen in de financiële sector en voorspelde een scherpe vertraging in de wereldeconomie. De meeste economen bekritiseerden dit omdat het te pessimistisch geweest zou zijn. Nu klinken ze heel anders. Dominique Strauss-Kahn schrijft in de Financial Times: "Maar doordat veel verliezen nog opgetekend moeten worden, is het duidelijk geworden dat enkel en alleen een systemische oplossing - grondig in het aanpakken van de onmiddellijke bijverschijnselen en grondig in het aanpakken van de onderliggende oorzaken - de bredere economie, in de VS en wereldwijd, in staat zal stellen te functioneren met enige schijn van normaliteit." (Financial Times, 22 september 2008) Inderdaad, de Amerikaanse economie functioneert niet langer met enige "schijn van normaliteit". In werkelijkheid is ze tot stilstand aan het komen, tenminste in Wall Street. Terwijl ik dit artikel schrijf zijn de financiële markten in de Verenigde Staten praktisch verlamd en wachten ze op een bevestiging van een enorme som overheidsgeld waarmee de autoriteiten hopen "het vertrouwen te herstellen". Het feit alleen al dat de ‘vrije markt' afhangt van de bijdragen van de Amerikaanse belastingbetaler voor zijn overleven is voldoende bewijs voor zijn complete bankroet - in de erg letterlijke zin van het woord. Dit is het definitieve antwoord op alle retoriek over de "onzichtbare hand van de markt", de geest van private ondernemingen enzovoort. Op het moment van de waarheid moeten de doortastende, dappere ondernemers van Wall Street en de City of London als bedelaars, met de pet in de hand, naar de overheid stappen en een uitkering vragen. Enkel zijn deze bedelaars miljardairs en vragen ze geld met bedreigingen. Wat blijft er over van enige "schijn van normaliteit" wanneer een Republikeinse regering geleid door een fanatieke vrijemarktaanhanger grote Amerikaanse investeringsbanken nationaliseert? Of wanneer het Amerikaanse ministerie van Financiën een gigantische subsidie van rond de 1 triljoen dollar overhandigt aan deze banken? Zondag [21 september, nvdr.] gaven Morgan Stanley en Goldman Sachs hun pogingen op om de enige twee onafhankelijke investeringsbanken te blijven en werden ze financiële ‘holdings' om meer toegang te krijgen tot bankdeposito's en permanente toegang tot liquiditeitssteun van de Federal Reserve. De eliminatie van de twee meest prestigieuze instellingen in Wall Street was een indicatie van de extreme ernst van de crisis. De snelheid waarmee Morgan Stanley naar Azië ging op zoek naar kapitaal onderlijnde hoe snel de rijkdom van de wereld de VS verlaat. Het Congres beeft en de minister van Financiën Henry Paulson (die volgens sommige commentatoren nu de de facto president van de VS is) gaat te keer. Ondertussen blijven de markten naar beneden gaan en is er niemand die dat kan voorkomen. Dit is een ander argument dat vaak in het Congres wordt aangehaald: u vraagt ons om al deze miljarden te overhandigen zonder controle of garanties. Los van het feit dat dit een beloning is voor de bankiers voor hun flagrante wanbeheer, wie zegt dat dit een positief effect zal hebben op de val van de markten? Dit is een uitstekende vraag, waarop Paulson noch Bush noch iemand anders een antwoord heeft. Het is vrij vermakelijk om te zien hoe de oude voorstanders van de heiligheid van de vrije markt nu balken als een ezel voor tussenkomst van de overheid om de markt van zichzelf te redden. Maar ze zijn veroordeeld door hun eigen logica, die enkel de waanzinnige logica is van de vrijemarkteconomie. De huidige financiële crisis, die lang geleden door de marxisten voorspeld werd, is het directe resultaat van een lange periode van ongecontroleerde speculatie, die de grootste financiële luchtbel in de geschiedenis voortbracht. Wanneer de Amerikaanse regering op vrijdag zijn reddingsplan van 700 miljard dollar aankondigde voor de financiële sector, verheugden de markten zich. Maar toen veranderde de stemming in zijn tegendeel, wanneer het Congres de goedkeuring voor de reusachtige donatie uitstelde. Tot maandag deed de dollar het verrassend goed tegen de achtergrond van de opschudding in Wall Street. Maar uiteindelijk viel hij weer als gevolg van bezorgdheid over de kost van het reddingsplan en de fragiele staat van het Amerikaanse banksysteem en steeg de prijs van goederen die geprijsd zijn in Amerikaanse dollars. De dollar verloor 2 procent tegen een hele reeks grote munteenheden, terwijl de euro 2,6 procent steeg tot 1,48 dollar. De olieprijs vertoont een koortsachtig karakter, met wilde schommelingen naar boven en beneden. Toen de dollar viel, stuikten de aandelen in elkaar en ging de olieprijs opnieuw omhoog na de scherpe val. De toename van 17 procent op maandag 22 september was de grootste prijstoename op een dag ooit, en zelfs groter dan tijdens de invasie van Irak. Tegen dinsdag was de olieprijs weer naar beneden gekomen met 3 dollar tot 106 dollar per vat en er zijn goede redenen om te verwachten dat energieprijzen zullen blijven dalen. Deze gewelddadige schommelingen weerspiegelen ongetwijfeld enerzijds de beweging van de dollar, anderzijds de activiteit van degenen die zich bezighouden met goederenspeculatie. Tot recent speculeerden de kapitalisten in de huizenmarkt. Toen deze in elkaar stuikte, zochten ze andere domeinen om te exploiteren, om het even wat winstgevend leek: olie, kunstwerken, voeding. Ondanks alle klachten en eisen voor regulering, kan deze speculatie niet gecontroleerd worden. Het is net als een hydra: zodra je één hoofd afhakt, verschijnen er tien andere.Socialisme - voor de rijkenAls gevolg van de economische en sociale opschudding beginnen vele mensen zich vragen te stellen over de aard van een economisch systeem dat zulke gruwel kan voortbrengen. Wanneer de kapitalistische staat zelf gedwongen wordt financiële instituties te nationaliseren, zal het idee langzamerhand veralgemeend worden: waarom hebben we private banken en kapitalisten überhaupt nodig? Om die reden vermijden politici het woord nationalisatie zoals de duivel heilig water vermijdt. Te allen koste proberen ze een manier te vinden waarop de staat kapitaal kan verschaffen aan banken op een manier die geen nationalisatie omvat. Ze doen hun uiterste best om vormen van kapitaal uit te vinden die de eigendom en controle in private handen laten. Maar als puntje bij paaltje komt, zijn ze gedwongen om de noodlijdende banken over te nemen om te voorkomen dat ze ten onder gaan. Dit is een vernietigende aanklacht van het privé-eigendom van een sleutelsector van de economie. Hoewel dit een paradox lijkt, is het geen toeval dat het land waar politici het luidst te keer gaan tegen de zonden van de markt en de hebzucht van de kapitalisten, precies de Verenigde Staten is. Het land van de vrije onderneming, het land waar de psychologie van het kapitalisme sterke wortels gevonden heeft in de bevolking, is het land waar er wellicht de scherpste reactie is tegen Big Business. Dit wordt weerspiegeld in de toespraken van de politici, in het bijzonder de kandidaten in de presidentiële verkiezing. De Republikeinse kandidaat is zelfs meer uitgesproken in zijn retoriek dan de Democraat. Hij wil immers winnen. McCain ziet dat er verzet is tegen de buitensporige lonen in de bestuurskamers van grote bedrijven en de schandalige speculatie op Wall Street en hij zegt wat de meeste mensen willen horen. Is het niet grotesk dat de bazen in het ter ziele gegane Bear Stearns een fortuin verdienen terwijl ze een roekeloze zakenstrategie volgden die leidde tot de ineenstorting van het bedrijf? En waarom zouden de Amerikaanse belastingsbetalers, waarvan de meesten niet veel verdienen, de rekening van 700 miljard dollar moeten betalen om de grote financiële instellingen te redden? Op 30 september 2007 had de federale regering een fiscaal gat van 53.000 miljard dollar, wat gelijkstaat aan 455.000 doller per huishouden en 175.000 dollar per persoon. Deze last gaat elk jaar omhoog met 6.600-9.900 dollar per Amerikaan. Medicare [de medische zorg in de VS, nvdr.] vertegenwoordigt 34.000 miljard dollar van dit deficit en het verwante Medicare-beheerfonds zal binnen de tien jaar zonder geld zitten. Van het sociale-zekerheidsprogramma wordt verwacht dat het in het rood zal staan binnen tien jaar. Wie deze presidentsverkiezing ook wint en wie controle heeft over het Congres, zal moeten instaan voor diepe besnoeiingen in de levensstandaard. Dezelfde kapitalisten die miljarden van de regering en de Federal Reserve genomen hebben, eisen nu strikt toezicht op de begroting, besnoeiingen in federale uitgaven, een uitgebreide hervorming (lees: vermindering) van het recht op gezondheidszorg. Er is geen geld voor medische zorg of voor scholen of voor pensioenen voor de ouderen. Maar er is veel geld voor de grote banken en de steenrijken. Deze flagrante tegenstelling is zich aan het inbranden in het bewustzijn van miljoenen gewone Amerikanen en zal enorme gevolgen hebben in de toekomst. De grote last van de schuld zal op de schouders van de komende generaties geplaatst worden, die een zware prijs zullen moeten betalen in dalende levensstandaard en besnoeiingen in sociale uitgaven. Dit zal onvermijdelijk leiden tot een sterke verandering in het bewustzijn. Deze les gaat niet voorbij aan het Amerikaanse volk. Er is geen geld voor schoolkinderen, de zieken of de ouderen, maar als het op Big Business (en er bestaat geen grotere handel dan het bankwezen) aankomt, komt de staat aangerend met de portemonnee open. Voor de armen heeft de Bush-administratie enkel minachting. In het land van de vrijen heeft elke burger het recht om rijk te worden. Als mensen arm zijn, is het hun eigen fout! Laat hen een beetje initiatief tonen, anders kunnen ze de gracht in en sterven. Dat is de boodschap van de Republikeinse Messiassen van de Vrije Markt. Maar wanneer het aankomt op de superrijken, toont George W Bush de grootste bezorgdheid. Er staat voorwaar geschreven: "Want wie heeft, aan hem zal er meer gegeven worden, en hij zal in overvoed leven; maar wie niet heeft, zal hem afgenomen worden zelfs wat hij heeft." Zoals bekend is president Bush een sterke gelover in de bijbel. Maar zijn motieven voor de interventie in de financiële crisis kwamen niet bepaald voort uit christelijke liefdadigheid. Het had meer te doen met wanhoop. De heersende klasse in de Verenigde Staten zag een afgrond onder haar voeten en was gedwongen blinde maatregelen te nemen in een verwoede poging een wereldwijde recessie te vermijden. Dat is de reden waarom een fanatieke voorstander van de vrije markt, de president, gedwongen was om 700 miljard dollar belastinggeld naar de banken te versluizen. Dit opmerkelijke initiatief werd op applaus onthaald door de markt, op nationaal en internationaal vlak. De Groep van Zeven geïndustrialiseerde landen zei dat zijn leden "de uitzonderlijke maatregelen verwelkomen die de VS genomen heeft". Andere landen zeiden echter dat ze de onmiddellijke noodzaak niet inzagen om hun eigen fondsen te creëren om noodlijdende activa op te kopen. De kapitalisten van Europa verkozen om niets te doen en de Amerikanen de moeite te laten doen. Waren zij tenslotte niet verantwoordelijk voor het creëren van deze puinhoop? Dezelfde vraag wordt gesteld in de Verenigde Staten, op elke straathoek - en op Capitol Hill. De president liep onmiddellijk tegen een probleem aan: het Amerikaanse Congres. Niet dat de congresleden minder toegewijd zijn tot de overleving van het kapitalisme dan de huidige bewoner van het Witte Huis. Maar ze zijn nog meer toegewijd aan hun eigen overleving. Ze voelen de groeiende reactie tegen het kapitalisme, de markt, de bankiers en Wall Street. De immensiteit van de donatie (want dat is het tenslotte) spreekt voor zich. Het betekent dat het equivalent van 9400 dollar uit de zakken van elke Amerikaanse belastingsbetaler genomen zal worden en op de rekening gezet zal worden van dezelfde mensen die de financiële crisis veroorzaakt hebben. Dit gegeven scherpt de concentratie van het Congres wonderlijk aan, vooral nu de verkiezingen zo nabij zijn. De Democraten vroegen een tweede ronde maatregelen om de Amerikaanse economie nieuw leven in te blazen, gebaseerd op overheidsinvesteringen in infrastructuur, bijstand aan gezinnen inzake energierekeningen en fiscale voordelen om de consumptie te ondersteunen. Maar de Bush-administratie en heel wat Republikeinen verzetten zich. Geld voor de banken? Tuurlijk. Maar geld voor de gewone Amerikanen? Neen! Zoals verwacht, riep Barack Obama in een toespraak op tot een modernisering van de financiële regulering. "We kunnen geen blanco cheque geven aan Washington zonder toezicht en verantwoording, terwijl een gebrek aan toezicht en verantwoording net de oorzaken zijn van de huidige problemen", zei hij. Verrassender was de reactie van John McCain, die niet achterop wou blijven bij zijn rivaal (het zijn bijna verkiezingen): "Deze regeling maakt me ongerust", zei McCain. "Nooit eerder in de geschiedenis van onze natie werd zoveel macht en geld geconcentreerd in de handen van één persoon. Wanneer we spreken over 700 miljard dollar, is ‘vertrouw me maar' eenvoudigweg niet genoeg". McCain gaf zelfs steun aan de oproep van de Democraten om de jaarlijkse lonen van managers die kunnen rekenen op overheidsgeld te beperken tot $400,000. Dit staat lijnrecht tegenover de Bush-administratie, die stelt dat een loongrens banken zou ontmoedigen om deel te nemen aan het plan. Vooraanstaande Democraten deden voorstellen tot strenger toezicht, tot deelname van de overheid in bedrijven die zouden genieten van het Paulson-plan en om managementlonen te begrenzen. Paulson weigert om van de transfer van aandelen naar de overheid een voorwaarde te maken om een beroep te kunnen doen op het fonds. Volgens hem zouden daardoor enkel banken op de rand van het bankroet deelnemen. Dit conflict zorgde voor een patstelling en een vertraging die de ongerustheid op de financiële markten verder deed toenemen. Per slot van rekening, als de markt vraagt, is hij gewoon om gehoorzaamd te worden. De verkozen "vertegenwoordigers van de Natie" worden niet verondersteld om vragen te stellen! President Bush riep het Congres op om "de Wet te focussen op de oplossing van de crisis in de financiële markten". Maar het Congres staat onder druk van de publieke opinie, die - zoals we zullen zien - een kookpunt bereikt. Congresleden worden bestookt met telefoons en e-mails, waarin kiezers hun woede uiten tegen deze schandalige gift aan de rijken. Vandaar hun aarzeling om steun te verlenen aan het voorstel. Het Congres verwijt de administratie de moeilijkheden mee veroorzaakt te hebben. De president verwijt het Congres om een voorstel tegen te houden dat verondersteld wordt om de Amerikaanse economie te redden van een ineenstorting (Bush gebruikte precies deze woorden in een onwaarschijnlijke televisietoespraak). De emoties laaien hoog op in het parlement: Congresleden roepen op elkaar, af en toe was een handgemeen niet ver weg. Kan iemand zich nog dergelijke toestanden herinneren op Capitol Hill? Maar aan de andere kant, wie herinnert zich de VS nog in een toestand van economische ineenstorting? En wie heeft ooit het Amerikaanse volk gezien in een dergelijke rebellerende en woedende toestand? De Congresleden gedragen zich zo omdat ze het vuur voelen bij hun achterban. Wat de Democraten ook doen, het zal verkeerd zijn. Als ze het voorstel ondertekenen, zullen ze de haat over zich krijgen van miljoenen gewone Amerikanen. Een vrouw die door de Britse TV werd gevraagd wat ze dacht over de opkoop, antwoordde scherp: "Ik kom net van een shift van 11 uur, ik werk 60 uur per week. Nu willen ze 2.300 dollar van mijn loon aan de banken geven!" Deze reactie is ongetwijfeld typisch voor de houding van miljoenen gewone mensen in de VS. Maar als de Democraten weigeren om te tekenen, zal dit een nieuwe daling van de aandelenmarkten veroorzaken waardoor een ineenstorting dreigt volgens het scenario van 1929. Pessimisme van de burgerijDe burgerij lijdt onder aanvallen van manische depressie, snel wisselend tussen extreem optimisme en wanhoop. Het is altijd zo geweest: de burgerij slingert steeds tussen manisch depressieve extremen. De ineenstorting lijkt op een ‘morning after' na een wild feest. De avond voordien was iedereen nog gelukzalig dronken en zonder zorgen in de wereld. Nu, in het koude ochtendlicht is het andere koek en is men zich pijnlijk bewust van de excessen van de avond voordien. Men zweert dan plechtig nooit ofte nimmer nog een druppel sterke drank aan te raken, oprecht gemeend - tot het volgende feest. Deze ineenstorting vormt geen uitzondering op de algemene regel. Enkel de diepte van de crisis is opvallend, wat slechts een gevolg is van de hoogtes waarvan men aan het vallen is. Dit was nu eenmaal de grootste speculatieve zeepbel uit de geschiedenis. Maar ondanks de hevigheid van de crisis, proberen burgerlijke economen zich nog steeds te troosten met de gedachte dat het allemaal nog een pak erger had kunnen zijn. De Financial Times stelde onlangs: "De Grote Depressie vond minder dan 80 jaar geleden plaats, maar toch bevinden we ons vandaag in een andere eeuw. Of dit nu het ergste incident wordt tussen nu en 2099 of niet, het feit dat we tussen de jaren '30 en vandaag nooit meer zo een crisis zagen, is op zichzelf opmerkelijk." Dezelfde mensen die gedurende jaren hebben ontkend dat een herhaling van 1929 en de Grote Depressie mogelijk is, geven vandaag zonder blozen niet alleen toe dat het toch mogelijk is, maar dat het bovendien opvallend is dat ze nog niet eerder heeft plaatsgevonden. Dominique Strauss-Kahn schrijft: "[...] en wat niet gebeurd is, tenminste nu nog niet, is een zware recessie in de bredere economie. Wellicht was het de afwezigheid daarvan waardoor velen dachten dat het barsten van de bel op de huizenmarkt niet meer dan een correctie zou zijn" (Ibid.). De daling van de prijzen tijdens een crisis maakt een onevenwicht dat tijdens een voorafgaande periode van inflatie was ontstaan, ongedaan. In die zin kan men spreken van een ‘correctie'. Economen hebben echter verschillende malen de terminologie gewijzigd waarmee ze economische crises beschrijven om het op die manier minder ernstig voor te stellen dan het in werkelijkheid is. Op een bepaald moment gebruikten ze het woord paniek, dan ineenstorting, dan depressie, dan recessie, tot ze nu uiteindelijk gekomen zijn tot correctie. Immers, als we geloven in de miraculeuze helende krachten van de markt die als bij wonder zichzelf reguleren zonder bewuste menselijke tussenkomst, hoe kan men dan bezwaren hebben bij een markt die zichzelf ‘corrigeert'? Hierover schreven we in het document World Perspectives 2008: "Een aardbeving kan ook voorgesteld worden als een noodzakelijke ‘correctie', die slechts het evenwicht in de aardkorst herstelt. Na verloop van tijd keert de rust terug en het leven gaat voort zoals voorheen. Dit soort analyses laat echter de verschrikkelijke schade buiten beschouwing die door aardbevingen wordt veroorzaakt: de dorpen die van de aardbodem verdwijnen, ontwortelde bomen, vernietigde gewassen, de duizenden doden en gewonden. Bovendien herstelt het leven zich niet zo eenvoudig en snel na een aardbeving. Sommigen zijn zo vernietigend en laten zo een spoor van vernieling achter zich dat de effecten voelbaar blijven voor vele jaren." De bovenstaande paragraaf is een nauwkeurige beschrijving van de huidige ‘correctie'.De dictatuur van het financieel kapitaal Ons tijdperk is het tijdperk van het monopoliekapitalisme. Een kenmerk hiervan is de volledige dominantie van het financieel kapitaal. Deze dominantie ging in de VS en Groot-Brittannië verder dan in eender welk ander groot land. Groot-Brittannië, ooit de werkplaats van de wereld, is tot een parasitaire renteniereconomie verworden, waar weinig geproduceerd wordt en waarin financiën en dienstverlening domineren. Tot voor kort werd dit als iets positiefs voorgesteld, het zou het land tegen de turbulentie van de wereldeconomie beschermen. Het tegenovergestelde blijkt waar. Door slaafs het Amerikaanse model te volgen, wordt Groot-Brittannië net zoals de VS de recessie ingeduwd en waarschijnlijk zal het land het zwaarst getroffen worden. Als een parasitaire worm die zich vetmest op de kap van zijn gastheer, is de financiële sector buitensporig groot geworden ten opzichte van de reële economie. Ze zuigt er alle kracht uit en dreigt het globale organisme volledig te ondermijnen. What goes up must come down. Jarenlang leek de economie van de VS de regels van de economische zwaartekracht te tarten. Nu moet de prijs betaald worden. Eenmaal ingezet, is de val eens zo diep omwille van de duizelingwekkende hoogte die door de speculatie in de huizenmarkt in de voorgaande periode ontstond. Deze val is veel dieper dan die in de vastgoedprijzen tijdens de Grote Depressie. In het eerste kwartaal van 2008 vielen de vastgoedprijzen in de VS officieel met 14,1 procent. In 1932, op het dieptepunt van de depressie, was dit slechts 10,5 procent. Deze cijfers laten zelfs niet eens de ware omvang zien. Sommige economen spreken van een val van 16 procent in de huizenmarkt tijdens het eerste kwartaal en de val is nog lang niet ten einde. Dit betekent dat de grote sommen geld die momenteel naar de bankiers gegooid worden, geen effect zullen hebben in het vertragen van de val. In het beste geval zullen ze een tijdelijk respijt geven voor er nieuwe, zelfs steilere vallen komen. Dit is de marktlogica, die geen andere wetten toelaat dan die van haarzelf. De zogenaamde stabilisatieplannen zijn helemaal niet wat ze moeten zijn. Al dat gepraat over het regulariseren van de markt is pure nonsens. Het kapitalistische systeem heeft een anarchistisch karakter, het kan niet gepland of gereguleerd worden. Pogingen tot het stabiliseren van de financiële sector door er grote sommen geld in te pompen, zullen enkel de superrijken nog rijker maken. Ze zullen echter geen blijvend effect hebben op de markt. De schaamteloosheid van de bankiers is verbluffend. Ze eisen dat de regering hun schulden koopt, maar ze houden wel zelf hun winstgevende activa. Niemand kent de ware omvang van die activa. Een oud gezegde zegt nooit een kat in een zak te kopen. Dit is zinvol advies, maar van de overheid wordt verlangd dat ze grote hoeveelheden geld aan de burgerij geeft zonder eens eerst in die zak te piepen. De crisis van het banksysteem is het gevolg van een massale zwendel waar alle bankiers vrolijk aan deel namen de afgelopen twee decennia. Het maakte hen formidabel rijk, maar zorgde voor een immense hoeveelheid schulden en fictief kapitaal in de boekhouding van financiële instituten. Hoe dit probleempje oplossen? Makkelijk! Schuif de rekening door naar de belastingbetaler. Laat de regering een agentschap opzetten om de handel over te nemen, zodat deze ‘volwassen' kan worden, daarna wordt hij gewoon terug verkocht aan de private sector. Dit wil zeggen dat de schulden genationaliseerd, maar de winsten geprivatiseerd worden. Of om het met de mooie uitdrukking van Gore Vidal te stellen: socialisme voor de rijken en vrijemarkteconomie voor de armen. De kapitalisten beweren dat ze ook opofferingen doen. Wat ze eigenlijk bedoelen is dat ze een beetje van hun buitensporige winsten opgeven, terwijl de werkende mensen hun levensmiddelen en huizen verliezen. De bankiers schreeuwen om hulp en de regeringen staan onmiddellijk klaar met hun chequeboek in de handen. De bankiers eisen een grote transfusie van geld om hun ziekte te genezen. Dit is bekend als ‘liquiditeitsvoorziening'. Het probleem is dat de staat helemaal niet over enige liquiditeit beschikt. Ze kan enkel geld binnenhalen via belastingen, maar belastingen zorgen voor een daling in vraag, wat momenteel reeds voor problemen zorgt in de VS. Dit kan misschien tijdelijk het lijden van de superrijken verlichten, maar verhoogt wel het lijden van miljoenen gewone Amerikanen. Op zich niets om je zorgen over te maken, aangezien alle patriottistische Amerikanen graag afzien voor het hogere doel van de markt. Jammer genoeg zullen de gevolgen voor de economie veel drastischer zijn. Een verdere daling in de vraag zal voor meer werkloosheid zorgen. Bedrijven zullen failliet gaan. Meer mensen zullen bezwijken onder hun hypotheken en kredietkaartschulden. Het zal met andere woorden de crisis verergeren en een oplossing bemoeilijken. Meer nog, in de afgelopen jaren zijn de VS getransformeerd van grootste kredietverlener tot grootste schuldenaar ter wereld. Door instellingen in nood ter hulp te snellen en kapitaal te injecteren in de banken zal de collectieve schuld enorm toenemen. Dit zal voor een verdere val van de dollar zorgen ten opzichte van ander munten. Wat nog verdere stuiptrekkingen in de globale financiële sector zal veroorzaken. Centrale banken moeten de leegloop van banken en financiële instituten voorkomen. Door liquiditeit te voorzien moeten ze de klanten ervan overtuigen dat het geld veilig is, ondanks het gebrek aan onderpand. De middelen van de centrale banken zijn echter niet eindeloos en de grens wordt nu snel bereikt. Waarschijnlijk hebben ze nu stilaan gedaan wat ze kunnen doen. Bij nieuwe bankcrisissen zullen ze machteloos zijn. Aangezien niemand weet hoeveel schulden het globale financiële systeem nog vergiftigen, zijn zulke crisissen nochtans onvermijdelijk in de komende periode. Vroeg of laat zal dit resulteren in de instorting van een of andere grote bank, wat een fatale schok zal veroorzaken in de financiële wereld. Dit was in mei 1932 het geval bij de instorting van de grootste Oostenrijkse bank, Kredit-Ansalt. Die kwam er twee en een half jaar na de grote beurscrash van Wall Street en gaf het begin aan van de grote financiële val in Centraal-Europa en verder. Het is volstrekt mogelijk dat we in de komende periode een gelijkaardig scenario krijgen. Marx over fictief kapitaalDe crisis is er niet gekomen door een gebrek aan geld, maar veroorzaakt net dat gebrek aan geld. De burgerlijke economen, met hun bankmentaliteit, verwarren oorzaak met gevolg, verschijning met essentie. Wanneer de economie in crisis gaat, droogt krediet op en eisen mensen harde cash in de plaats. Dit is het effect van de crisis, maar het verwordt tot oorzaak doordat het de vraag neerdrukt en zo een neerwaartse spiraal creëert. De bankiers en hun vrienden binnen de regering benadrukken dat de crisis veroorzaakt wordt door te weinig kapitaal binnen het financiële systeem. Dit is een verbazingwekkende stelling. De laatste twee decennia was er een groots geldcarnaval gaande waarin de banken massale winsten opstreken. Nu beweren ze dat ze niet over voldoende kapitaal beschikken! Eigenlijk was er een enorme hoeveelheid leenkapitaal in circulatie gedurende de economische opgang en deze gigantische hoeveelheid kapitaal zelf toonde de grenzen van de kapitaalproductie. Grote sommen geld, beschikbaar voor speculatie, vonden geen uitlaat en de burgerij moest andere manieren vinden om ze te gebruiken. Marx wees er reeds lang geleden op: het ideaal van de rijken is geld maken uit geld, zonder daarbij door het pijnlijke proces van de productie te moeten gaan. In de laatste periode leek het erop dat ze hun ideaal bereikt hadden (behalve dan in China waar er een echte ontwikkeling van de productiemiddelen plaatsvond). In de VS, Groot-Brittannië, Spanje, Ierland en zoveel andere landen, investeerden de banken triljoenen in speculatie, vooral dan op de vastgoedmarkt. Op deze ondergrond ontsprong en floreerde het schandaal van de subprimehypotheekleningen, waarbij overdreven immense sommen fictief kapitaal ontstonden. Al in de tijd van Marx waren er grote sommen circulerend kapitaal. Circulerend kapitaal vormt de basis van fictief kapitaal. Er waren toen reeds kredietzwendels - het equivalent van derivaten vandaag. Hoe dan ook, vergeleken met de huidige toestand is alle speculatie uit het verleden onbeduidend. De totale hoeveelheid speculatie wereldwijd is onthutsend. Een voorbeeld: ‘credit default swap industry'. Deze markt laat twee partijen toe een bod te doen op de waarschijnlijkheid dat een bedrijf bij schulden in gebreke blijft. Deze markt groeide uit tot zo'n 90 triljoen dollar in verzekerde fictieve bedragen. Waarschijnlijk gaat het om meer dan het dubbel van de uitstaande kredieten in de wereld, maar deze contracten staan nergens anders geregistreerd dan in de boekhouding van partners. Niemand kent de ware omvang van de handel, waardoor de wereldeconomie wordt blootgesteld aan een groot risico. Dit verklaart de paniek in Wall Street en het Witte Huis. Ze vrezen terecht dat elke serieuze schok de hele onstabiele constructie van internationale financiën kan neerhalen, met onvoorziene gevolgen. Zelfs in de 19e eeuw, op het hoogtepunt van de boom, toen krediet makkelijk was en het vertrouwen groeide, werden de meeste transacties gedaan zonder enig echt geld. Er is een overvloed aan kapitaal in het begin van de cyclus en de rente is laag. Vroeg in de cyclus verhoogt de lage rente de winst van de bedrijven en stimuleert ze groei. Daarna bereikt de rente haar gemiddelde niveau, op het hoogtepunt van de voorspoed. Er is een verhoogde vraag naar krediet, waardoor de rente moet stijgen op het hoogtepunt van de boom. Bij de laatste boom gebeurde dit echter niet. De afgelopen jaren heeft de Federal Reserve opzettelijk de rentevoet laag gehouden (de rente was op een gegeven moment zelfs negatief, gezien de inflatie). Dit was onverantwoord vanuit een orthodox kapitalistisch standpunt gezien. Het veroorzaakte de luchtbel in de huizenmarkt en vormt de basis voor de huidige crisis. Zolang er echter winst werd gemaakt en de investeerders tevreden bleven, maalde niemand er om. Ze namen allemaal vrolijk deel aan dit feest van geldmakerij. De meest respectabele bankiers en de geleerdste economen dansten hand in hand een ronde, ondertussen zingend: "Eet, drink en wees vrolijk, want morgen zijn we misschien dood." Ze mopperen nu dat ze niet voldoende kapitaal hebben, omdat een groot deel van de winst fictief is. De winst is het resultaat van een nooit geziene zwendel in de gehele financiële sector. Zolang de boom duurde, gaf niemand daar om. Maar nu de bel barst, worden deze inkomsten onderworpen aan een kritische blik. De bankiers, die gisteren nog gewillig grote schulden van elkaar kochten, willen dit niet langer doen. Wantrouwen en verdenkingen zijn gemeengoed geworden. Het oude, makkelijke optimisme is vervangen door een krenterige houding met betrekking tot lenen en ontlenen. Het gehele banksysteem, waarvan de circulatie van kapitaal afhangt, is knarsend tot stilstand gekomen. Tot alle slechte activa verwijderd zijn, zullen de vele instituten over onvoldoende kapitaal beschikken om vers geld in de economie te pompen. Marx beschreef dit stadium in de economische cyclus al lang geleden: "Het is duidelijk dat er een tekort is aan betaalmiddelen in een crisisperiode. De convertibiliteit van wissels vervangt de transformatie van de goederen zelf en vooral op zulke ogenblikken zal een deel van de bedrijven enkel nog handelen in puur krediet. Een onwetende en foute bankwetgeving, zoals die van 1844-1845, kan de geldcrisis verergeren. Geen enkele bankwetgeving kan echter een crisis teniet doen." "In een productiesysteem waarin de gehele continuïteit van het reproductieproces steunt op krediet, moet er wel een crisis ontstaan - een geweldige rush naar betaalmiddelen - wanneer krediet plotseling stopt en enkel betalingen in cash nog waarde hebben. Op het eerste geicht lijkt de hele crisis louter een krediet- en geldcrisis. En in feite is het enkel een kwestie van inwisselbaarheid van wissels in geld. De meerderheid van deze wissels vertegenwoordigen echter reële verkopen en inkopen. Hun omvang, ver boven de noden van de samenleving, vormt tenslotte de basis van de hele crisis. Tegelijkertijd vertegenwoordigen een groot deel van deze wisselbrieven louter een zwendel, die nu het daglicht ziet en instort. Meer nog, het gaat om onsuccesvolle speculatie met andermans geld, om handelskapitaal dat gedevalueerd werd of zelfs totaal niet meer te verkopen valt of winst die nooit meer verwezenlijkt kan worden." "Het gehele artificiële systeem van geforceerde expansie van het productieproces kan natuurlijk niet geremedieerd worden door een bank, zoals de Bank of England, aan alle zwendelaars het deficiënte kapitaal te laten geven in papieren en haar alle deficiënte handelswaren te laten opkopen aan de oude nominale waarden. Alles lijkt hier trouwens vervormd aangezien in deze papieren wereld de ware prijs en zijn reële basis nergens verschijnen, maar enkel staven goud, metalen munten, bankbiljetten, wisselbrieven en verzekeringen. Vooral in centra waarin de hele geldhandel van een land geconcentreerd zit, zoals Londen, wordt deze verstoring duidelijk, het gehele proces wordt onbegrijpelijk. Dit is minder het geval in productiecentra." (Capital, Volume 3, Chapter 30, Money-Capital and Real Capital, I. pp. 478-9, mijn nadruk, AW) De kapitalisten moeten nu al dit fictieve kapitaal uit het systeem wringen. Zoals een man wiens lichaam vergiftigd werd, of een junkie die afkickt, moeten ze het gif uit het organisme bannen of ten gronde gaan. Dit is echter een pijnlijk proces en het stelt het organisme aan nieuwe gevaren bloot. Als het systeem krimpt en het krediet opdroogt, beroepen de kapitalisten zich op hun schulden. Diegenen die niet kunnen betalen gaan failliet. Als gevolg groeit de werkloosheid, waardoor de vraag mindert, waardoor nieuwe bankroeten ontstaan en nieuwe schulden niet terugbetaald kunnen worden. Op die manier verworden alle factoren die de economie deden groeien in de afgelopen periode, tot net het tegenovergestelde. Deel 2 wordt volgende week gepubliceerd. Source: Vonk